Bramen groeien aan een struik die behoorlijk groot kan worden. De bloemen en vervolgens bramen voor volgend jaar verschijnen aan de takken die dit jaar zijn gemaakt. Ze groeien vaak al tijdens de bloei en oogst van de bramen van dit jaar en steken vaak stijf boven de rest van de struik uit. De takken die dit jaar bramen hebben gegeven worden nu juist weggeknipt, met dank voor hun oogst.
Zo gemakkelijk is het dus eigenlijk; nieuwe takken voor nieuwe bramen, oude takken knip je terug.
Op deze foto zie je een beetje links zo’n nieuwe scheut van een braam in de zomer van dit jaar, ze groeit verticaal tussen de al groeiende en dragende takken. Knip deze scheuten dus vooral niet weg omdat ze lastig zijn en in de weg zitten, want het zijn de vruchtdragende takken voor volgend jaar. Je hebt er nu nog niets aan, dus bind ze vooral even aan het hek of rek waar de braam staat, zodat ze niet in de weg groeien.
Op deze foto zie je ook zo’n scheut maar dan al wat ouder. Ja, bramen zijn behoorlijk groeikrachtig. Deze scheuten komen dus vanuit de grond, het zijn geen zijtakken van de takken die al groeien. Deze scheuten maken overigens wel vervolgens zijtakken (en dat is fijn want hoe meer zijtakken, des te groter wordt de oogst), maar die zijtakken worden grotendeels pas volgend jaar gemaakt.
Op deze foto zie je de bramenstruik in de herfst. De takken die je moet snoeien zijn te herkennen aan de restjes bramen en aan het blad dat al dor wordt. De nieuwe scheuten zijn nu nog sterker, met groener blad en zonder vruchtresten. Om die reden is het ook zo handig om nu te snoeien, want nu zijn beide soorten takken nog makkelijk te herkennen. Als het eenmaal winter of zelfs voorjaar is wordt het verschil tussen de dragende en oude takken minder duidelijk te zien.
Knip de oude takken zo dicht mogelijk bij de grond weg. En de nieuwe takken bind je aan, aan het hekwerk waar de braam staat. Niet schrikken maar dan ziet het er vervolgens ongeveer zo uit:
Je ziet dat de oude takken weg zijn, en dan blijft er dus een struik over met meestal ergens tussen de 5 en de 10 groeikrachtige takken. Je zou bijna denken dat deze paar takken niet zoveel opbrengst kunnen geven.
Toch ziet de struik er volgend jaar weer zo uit als op de foto hierboven. De 5 tot 10 hoofdtakken zullen ook nog zijtakken maken en volgende zomer worden de nieuwe bramen aan alle takken en zijtakken gemaakt.
Tot slot; je kunt bedenken dat bramen dus heel groeikrachtig zijn, ze staan erom bekend dat ze kunnen woekeren. Maar dat woekeren komt doordat de scheuten/takken zo lang kunnen worden (ruim 3 tot 4 meter) dat ze door de zwaartekracht op de grond gaan hangen. En bramen zijn zo sterk en groeikrachtig dat de takken die op de grond hangen wortels maken en zich zo in de grond vastzetten. En dan is er dus een nieuwe plant, dichtbij de originele struik (of 2 planten of misschien wel 4, etc.). Als je die ‘afleggers’ niet uit de grond steekt wordt 1 bramenstruik dus een enorme kluwen bramenstruiken bij elkaar, die meterslang wordt (zowel in de hoogte als in de breedte en ook in de diepte).
En daarom wordt ze dus vaak een woekeraar genoemd. Maar als je nieuwe scheuten in de zomer aanbindt en niet op de grond laat rusten, de gedragen takken in oktober/november tot op de grond wegknipt, en de nieuwe takken een beetje netjes en horizontaal aanbindt, dan is een braam eigenlijk een heel makkelijke struik die helemaal niet zoveel ruimte inneemt en tegelijkertijd wel heel veel opbrengst geeft.
Groetjes,
Diana
Lees ook: Knoflook telen of andere leuke blogs uit ons nieuwsoverzicht!