Het is wel eens verwarrend, de groep peulvruchten is niet groot maar er zijn grote verschillen in koudetolerantie en dus zaaitijd en oogsttijd. Voor alle duidelijkheid nog even het rijtje van de peulvruchten die je vroeg zaait, goed tegen kou kunnen en die je vanaf eind mei/begin juni kunt gaan oogsten:
Deze 5 soorten houden van een koel voorjaar, je zaait ze daarom al in februari of maart, en ze kunnen zeker ook wat vorst verdragen (al is afdekken met wat vliesdoek bij strenge vorst wel aan te raden). Als je deze soorten te laat zaait (na april) is de kans groot dat ze nog prima kiemen en groeien maar niet meer bloeien, en dus ook geen oogst geven.
Op de foto zie je de rozerood-met-lila bloem van een kapucijner, de peulen kunnen paars of groen zijn. De bloemen van tuinbonen kunnen wit of rood zijn, al dan niet met een zwart vlekje, de peulen zijn altijd groen (de tuinbonen in de peul zijn groen, bruingroen of roodachtig). De bloemen van peultjes en doperwten zijn bijna altijd wit (al zijn er wat rassen die ook lilapaarse bloemen hebben, de peulen zijn meestal groen maar kunnen ook geel of paars zijn). Hieronder zie je een foto van het peultje Golden Sweet (met nog een restje van het paarse bloempje).
De andere groep zijn de peulvruchten die geen vorst kunnen verdragen en om die reden pas vanaf half mei (ijsheiligen) gezaaid kunnen worden. Ook hier nog even het rijtje:
De teelt van deze bonen gaat dus pas vanaf half tot eind mei beginnen, terwijl de teelt van de eerste groep in deze zelfde periode al tegen het einde loopt omdat de oogst gaat beginnen.
Dus de tuinbonen hebben we in februari gezaaid en zien er eind mei zo uit:
De planten zijn volwassen, we toppen de planten nu (bij 8 tot 10 trosjes bloemen), zodat alle energie naar het maken van de peulen gaat. Peulen, doperwten en kapucijners hoef je niet te toppen (sterker nog, als je ze topt mis je wellicht wat bloempjes = peulen want de bloempjes bloeien vooral bovenin de planten. Ook sugarsnaps zijn trouwens peulen/doperwten, het zijn peulen met een extra sappig en knapperig peultje waarin ook de extra zoete doperwt zich al vroeg gaat ontwikkelen.
En de doperwten die we ook in februari zaaiden zien er nu zo uit:
De planten zijn nu zo’n 100 centimeter hoog en bloeien volop. Als je goed kijkt zie je links onderin zelfs al een peultje hangen.
En de kapucijners (die we vers en groen zo veel lekkerder vinden dan bruin en gedroogd) zien er nu zo uit:
Het is nu wachten op de oogst, elke dag even kijken of er geen vogels van de peulen eten (en als dat het geval is gaan we de doperwten en kapucijners beschermen met een net). Vogels eten van de tuinbonen alleen de kiemende zaden en jonge zaailingen dus die hoeven we nu niet meer af te schermen. En zodra de peul dik genoeg is kunnen we gaan oogsten. Peultjes oogst je natuurlijk jong en plat en mals, maar ook bij doperwten, kapucijners en tuinbonen wacht je zeker niet tot de zaden in de peulen al gaan rijpen want dan zijn de zaden melig en minder zoet. Oogst ze vooral wanneer de peulen goed gevuld zijn maar wel nog jong, want dan zijn ze het lekkerst!
Tot slot nog een foto van groep 2, de bonen. Want terwijl we eind mei wachten op de oogst van groep 1 zien de planten van groep 2 er nu zo uit:
2 weken geleden (na ijsheiligen) gezaaid, en de jonge zaailingen net uitgeplant bij de stokken. Tegen de tijd dat deze planten zijn gegroeid en gaan bloeien is de oogst van groep 1 al voorbij en zijn zelfs de planten al gerooid en is hun plaats ingenomen door andere groenten zoals sla, andijvie, bietjes, knolvenkel, of wat er dan nog gezaaid kan worden (en dat is nog heel veel hoor!).
Groetjes,
Diana