Een fruitboom planten

Het is winter, en dat is altijd een mooie tijd om fruitbomen te planten. In principe kun je fruitbomen die in pot staan het hele jaar planten, fruitbomen die je ‘met kale wortels’ koopt plant je altijd in de wintermaanden. De meest bekende fruitbomen, zoals appels, peren, pruimen, kersen, etc. zijn prima winterhard. Perziken, nectarines en abrikozen zijn wat gevoeliger, en hebben wat extra aandachtspunten nodig (zoals bijvoorbeeld het planten tegen een zonnige zuidmuur).

Vriest het? Wacht dan even…

Je plant een fruitboom bij voorkeur bij niet vriezend weer (dat is een algemene opmerking die voor alle bomen en struiken geldt), en het is ook wel een ‘open deur’: want als het vriest kun je geen plantgat graven.

Zelf hebben we vorige week (voor deze vorstperiode werd aangekondigd) onze 2 nieuwe appelboompjes geplant. We hebben gekozen voor een laagstam (en dat wordt ook wel een struikvorm genoemd). Dat betekent dus niet dat ze een struik is, een laagstam/struik wordt maximaal 3 meter hoog. Daarna volgt de halfstam (ongeveer 5 meter hoog) en hoogstam (wel 8 meter hoog). En daarnaast zijn er nog wel bijzondere leivormen zoals een spil.

Opbrengst fruitboom

Uiteraard geldt dat hoe hoger de boom wordt, des te groter en breder die ook wordt, en daarmee stijgt ook de opbrengst. Wij zelf hebben meer dan genoeg aan een appelboom tot 3 meter hoog; dan kunnen we nog bij de takken om te oogsten en te snoeien, etc., en de opbrengst is voor ons meer dan ruim voldoende (reken bij een volwassen laagstam appelboom gemiddeld op ongeveer 5 tot 6emmers appels, maar dat is uiteraard ook zeer afhankelijk van het ras, bodem, standplaats, verzorging, etc.).

Plantgat graven

Afijn, op een zonovergoten dag in februari mocht dit appelboompje, van het ras Ecolette, de grond in. Eerst hebben we een flink plantgat gegraven.

In onze vette klei is het belangrijk om een ruim plantgat te maken en dat te vullen met potgrond of aanplantgrond. We willen dat de overgang van goede en luchtige potgrond naar vette klei niet te plotseling en te groot is voor de wortels, om die reden mengen we in de onderlaag van het plantgat wat van de vette klei samen met de potgrond/aanplantgrond.

Paal voor stevigheid

Tegelijkertijd slaan we nu ook een paal in de grond waar de boom wordt geplant. De paal wordt na het planten vastgebonden aan de boom zodat bij stevige wind de boom niet kan gaan ‘zwiepen’ (wanneer de boom eenmaal in blad staat kan ze veel wind vangen). Nieuwe, jonge worteltjes onder grond zouden dan gemakkelijk kunnen breken. De boompaal moet in principe zo rond de 40 tot 50 centimeter de grond in worden geslagen, en dan moet het bovengrondse gedeelte ongeveer net zo hoog zijn als de stam van de fruitboom.

Nu wordt het tijd om te meten. Een fruitboom moet net zo diep worden uitgeplant als dat ze in de pot staat. Als je een boom met kale wortels koopt moet de entplaats heel ruim boven de grond blijven. Als je een boom te diep plant is de kans groot dat ze later vanuit het ondergrondse gedeelte uit gaat lopen. Op de foto kun je ook goed zien waar de ent zit; het verdikte stukje zo’n 15 tot 20 centimeter boven de pot.

Wortels fruitboom losmaken

Dit is een boom met kale wortels (die voor het transport in een pot is opgepot), als je een boom in pot hebt gekocht kun je bij voorkeur de wortels, die vrij strak in de pot zitten, een beetje plagen; door met duim en wijsvinger een klein deel van de wortels wat los te trekken. Op deze manier stimuleer je de groei van nieuwe en vertakkingen van wortels.

Zoals gezegd hebben we een appelboom van het ras Ecolette met kale wortels geplant. Tegelijkertijd kochten we nog een appelboompje, het ras Rosette, en dat was een boompje in pot, met dus veel meer kleinere worteltjes. De wortels worden eerst wat los gemaakt voor het planten, zoals je op de foto kunt zien.

Na het uitmeten wordt de boom geplant, zoals gezegd net zo diep als in de pot, de entplaats ruim boven de grond, zo recht mogelijk (en dat hangt natuurlijk mede af van de vorm van de stam), en direct naast de al eerder geslagen boompaal. Rondom de wortels gebruik je zoveel mogelijk potgrond of aanplantgrond zodat de jonge wortels in het eerste jaar optimaal kunnen groeien. Duw de grond uiteraard goed met je voeten aan.

En daar staat ze dan!

Water geven

Uiteraard hebben we direct water gegeven, dat is niet perse voor de dorst maar de jonge wortels mogen niet uitdrogen, en bovendien zorg je met water geven dat kleinere gronddeeltjes tussen de wortels spoelen en de wortels goed omsluiten. En tot slot is de boom aan de boompaal vastgemaakt.

Bindmateriaal voor je fruitboom

Gebruik voor het binden nooit ijzerdraad of andere materiaal dat kan insnijden. Het beste materiaal rekt wat mee, zoals rubber. En ‘maak een achtje’ zoals je op de foto ziet; door het rubber achter de boomstam naar je toe te trekken, te kruisen tussen boomstam en boompaal en dan naar voren te halen en dan vast te binden zorg je ervoor dat de 2 stevig aan elkaar zitten maar de boompaal de boomstam niet kan beschadigen of te strak kan zitten. Uiteindelijk controleer je de komende jaren een paar keer per jaar de bevestiging en maak je de knoop bij het dikker worden van de stam wat losser.

Het duurt nog wel even voor we appels kunnen plukken, misschien volgend jaar 1 of 2 appeltjes, het jaar erop toch zeker ruim 10 appels, en vanaf het jaar daarop kunnen we echt volop gaan oogsten.

Groetjes,

Diana

Lees ook: Grootste vijand van de moestuin