Ik heb in het verleden 2 keer eerder gember geteeld. Beide keren werden het een fiasco: de gember liep wel uit maar kwijnde vervolgens weg in een lage brede pot met potgrond, ging schimmelen en uiteindelijk heb ik in de zomer alles weggegooid. Maar met nieuwe informatie wilde ik het dit jaar toch weer eens proberen.
En nu lukte het wel! Ik ben dus allesbehalve een expert als het gaat om de teelt van gember, maar ik kan wel vertellen wat mijn ervaring was, wat er goed ging en wat er fout ging. En ik kan direct al melden dat ik volgend jaar zeker weer gember ga telen. Het is nauwelijks te vergelijken met gember zoals je die in de winkel koopt; verse gember is wit met roze en heeft helemaal geen dikke bruine schil. Het ‘vlees’ is ook niet geel maar bijna wit met wat roze. En het meest opvallende: het is niet vezelig zoals gember uit de winkel maar sappig en knapperig. Uiteindelijk schijnt zelf geteelde gember ook vezelig te worden, met bruine schil. Ik denk dat het iets te maken heeft met drogen en rijpen (zoals een bewaaraardappel ook een dikkere schil heeft dan een vers geoogste aardappel waarvan je de schil zo af kunt wrijven).
Hieronder vind je de manier waarop ik dit jaar (met succes) gember teelde.
De vorige twee keren dat ik gember teelde begon ik te laat (ergens in maart of april). Op tijd beginnen is heel belangrijk, het duurt namelijk heel lang voor gember uitloopt. Dit is mede afhankelijk van de gember die je koopt. Nu begon ik in januari.
Kies uiteraard gave gemberwortels, ik koos voor verse en biologische gember (ook in de hoop dat die wat makkelijker zouden uitlopen). De gember die je gaat gebruiken, mag geen verzonken plekken, schimmel etc. hebben. Maar ze hoeft ook niet vers te zijn – sterker nog – koop bij voorkeur gember waar al wat crèmekleurige uitlopers op verschijnen.
De vorige twee keren plantte ik de verse gemberwortel in een pot met potgrond. Dit jaar heb ik de gemberwortel eerst laten spruiten. Dit (b)lijkt vooralsnog essentieel, pas als de gember groene stelen krijgt gaat ze onder de knol ook worteltjes maken. Dat laten spruiten kan op een bordje in een laagje water, vergeet dan niet om regelmatig water bij te vullen.
Zelf koos ik voor vermiculiet, omdat dat minder snel uitdroogt.
Zet het bakje met gember op een lichte plaats bij kamertemperatuur. Het spruiten duurt, afhankelijk van de versheid van de gember, vervolgens enkele weken tot zelfs meer dan 1 of 2 maanden.
Op de volgende ze foto zie je dezelfde gemberwortels na ruim 8 weken. Ik kocht dus verse wortels, maar kies volgend jaar zeker oudere wortels die al van die crèmekleurige bolletjes hebben, want dat heeft hier het langst geduurd.
Op de foto zie je dat er steeltjes worden gevormd. En dat er ook witte worteltjes onder de knol worden gevormd.
Een paar weken na deze foto heb ik de gember opgepot, 2 of 3 stukken per pot van 12 liter. Ik gebruikte potgrond die ik luchtiger maakte door er ook wat brekerzand door te mengen, plus het vermiculiet dat ik gebruikte voor het laten spruiten van de gemberwortels.
Op deze foto zie je dat de knol een uitloper met groene stengel heeft en ook witte worteltjes:
Helaas ging het daarna fout. Ik wilde de gember in de kas telen, ik heb de potten begin mei naar de kas gebracht, de gember er voorzichtig uitgehaald en in de volle grond in de kas uitgeplant. Dat bleek geen succes, alsnog kwijnden de planten weg. Waarom weet ik niet precies, maar ik denk dat het iets met vocht te maken had, de kleigrond is hier te vast en blijft te lang nat.
Ik had het eigenlijk al een beetje opgegeven en wilde de gember weggooien toen ik bij het uitgraven bedacht dat ik nog een klein kansje wilde wagen en heb de stukken wortels met uitlopers (kleiner en minder dan toen ik ze uitplantte) opgepot. De potgrond heb ik weer luchtiger gemaakt door er brekerzand en vermiculiet door te mengen. En ik heb de wortels wat dieper geplant (tot de hele gemberwortel een paar centimeter onder de grond zat).
Dat was een goede gok! Ik gaf water maar liet de grond daarna weer wat opdrogen, ze houdt blijkbaar van voldoende vocht, maar niet van grond die kletsnat blijft. Ik hield de plant in pot in de kas (voor de buitenteelt zou ik het meest warme en beschutte plekje in de tuin kiezen). En ik heb wat samengestelde voeding gegeven, met daarin wat stikstof voor de groei van het blad en wat kali voor de groei van de knol.
Uiteindelijk groeide de plant in juli, 6 maanden na de start alsnog prima. De plant werd zo’n 70 centimeter hoog met smalle bladeren. Na een (te) langzame start en daarna een slecht vervolg tot juli, dacht ik niet dat ik dit jaar nog veel kon oogsten. Maar ik was natuurlijk wel benieuwd. Ik heb op 7 oktober de pot leeg gemaakt. En het viel mij zeker niet tegen voor dit jaar met strubbelingen!
Aan de stukken gemberwortel hadden zich verse, wit met roze gemberwortels gevormd. Klein maar aanwezig. En geweldig van smaak; pittig, bijna zoet, helemaal niet vezelig, juist heel sappig.
En ook leuk: de gemberwortels die ik begin dit jaar liet spruiten en oppotte waren ook nog steeds stevig en kon ik nog gewoon gebruiken. Ze waren heel anders dan de verse witte wortels en heel vezelig, maar prima om te schillen en in plakjes mee te laten stoven in een gerecht, en er dan aan het einde weer uit te halen.
Ik dacht dat de groene stengel wellicht ook iets naar gember zou smaken maar die smaakt nergens naar en heb ik 3 centimeter boven de verse gemberwortels afgesneden. De volledige oogst zie je op de afbeelding bovenaan dit artikel.
De groene stukjes stengel vielen er na enkele dagen bijna vanzelf af waardoor ik de kale verse wit-roze worteltjes overhield.
Ondertussen zijn de gemberwortels op, ik ze gebruikte in thee, in gerechten en de laatste exemplaren in een currypasta. Omdat ze vers zo lekker zijn wilde ik niet wachten tot ze zouden verouderen. Dan zou ik ze nog liever invriezen, of inmaken in siroop, etc.
Ik ga volgend jaar dus zeker weer gember telen, weer in januari beginnen, oudere gemberwortels zoeken, haar na het spruiten in pot houden, in mei naar de kas brengen en haar wellicht iets later dan dit jaar oogsten. Ik ben heel benieuwd hoe het dan gaat en wat de oogst wordt!
Moestuingroetjes,
Diana
Lees ook: Zoete aardappelen deel 2: De oogst