Van alle tomaten die we dit jaar telen geven nog niet alle rassen op dit moment rijpe tomaten (romatomaten en vleestomaten zijn vaak wat later) maar we kunnen wel al volop cherrytomaten oogsten.
We plukken zelfs ook al meer cherrytomaatjes dan we op kunnen eten. Om die reden vond ik het leuk om weer eens jam van tomaten te maken. Dat klinkt een beetje vreemd, we zien tomaten toch eerder als groente dan als fruit. Maar (cherry)tomaten hebben vaak een heerlijke, friszurige, zoete en soms bijna fruitige tomatensmaak.
Ik heb jaren geleden al wel eens tomatenjam gemaakt, toen was het een redelijk maar niet overweldigend succes. En ik begrijp nu ook wel waarom, ik maakte toen een simpele jam (van gewone tomaten met geleisuiker en wat citroensap). Nu bedacht is dat gelei lekkerder is (want de velletjes van tomaten blijven ook in een jam opvallend aanwezig). En ook de smaak kon wel wat opgepimpt worden. En nu ik meer ervaring in het inmaken heb durf ik ook wat makkelijker te experimenteren. Dus maakte ik deze tomatengelei met appel, citroen, vanille en gember. En deze vinden we heerlijk! We aten de jam al op een broodje, maar gisteren proefden we de gelei in combinatie met wat Gorgonzola Dolce en dat was zo mogelijk nog lekkerder :-).
Daarom volgt hier nu het recept van deze lekkere tomatengelei:
voor 4 tot 5 potjes van 200 tot 250 cc
Was de tomaatjes, verwijder de kroontjes, snijd de tomaatjes doormidden (dan laten ze wat sneller hun sap los) en doe ze in een pan met dikke bodem. Weeg de suiker af en doe dit bij de tomaatjes in de pan. Schil de gember en snijd in plakjes, voeg ook dit toe aan de tomaatjes in de pan. Snijd het vanillestokje open, schraap het merg eruit en voeg dit samen met het leeg geschraapte vanillestokje ook weer toe aan de tomaatjes. Was de appel en snijd daarna in plakjes, inclusief schil en klokhuis (het hoge gehalte pectine daarin helpt bij het geleren). Boen de citroenen goed schoon onder warm water en schaaf of rasp ongeveer 1 eetlepel schil van de citroenen (zonder het bittere witte eronder), voeg dit toe aan de tomaatjes. Pers het sap uit en zet dit apart.
Breng het tomatenmengsel aan de kook, roer regelmatig en laat een half uurtje op zacht vuur pruttelen, tot alles zacht is en alle smaken goed zijn opgenomen.
Zet het vuur uit en giet het mengsel in een fijnmazige draaizeef/passe-vite die boven een kom hangt. Passeer de tomatenpulp tot je in de kom eronder een dik sap/gelei hebt. Mocht je geen draaizeef/passe-vitehebben giet de tomatenpulp dan boven een kom in een zeef, en wrijf/schuur dan met de bolle kant van een juslepel over de tomatenpulp tot het sap/gelei in de kom zit en de velletjes, zaadjes, plakjes gember, vanillestokjes, klokhuis in de zeef achterblijven (dit kun je nu weggooien).
Zet een schoteltje in de vriezer of koelkast zodat dat alvast koud kan worden. Spoel de pan even schoon en giet het sap/gelei terug in de pan. Kook nu tot de gelei de gewenste dikte heeft. Als je ‘geleisuiker speciaal’ gebruikt duurt dit wellicht nog maar een paar minuten, als je liever gewone suiker gebruikt kan het wel ruim een half uur duren. Het moment van voldoende geleren hangt ook af van de hoeveelheid sap in de tomaatjes. Roer regelmatig om te voorkomen dat de gelei aan de bodem aanzet.
Controleer de dikte door een lepeltje gelei op het koude schoteltje te scheppen en dat enkele minuten terug in vriezer of koelkast te zetten. Kook nog verder in wanneer dat nodig is, als je de gelei dik genoeg vindt voeg je het citroensap toe, roer nog een keer goed en zet het vuur laag.
Maak nu de potjes schoon. Zorg dat ze goed zijn afgewassen, zet de potjes en leg de deksels (met de binnenkant naar boven) in de gootsteen en giet er kokend water in. Haal dan de pan met de gelei van het vuur, giet de potjes leeg (giet het nog even over de binnenkant van de deksels). Vul de nog kokendhete potjes zo snel mogelijk met de kokendhete gelei, sluit goed af met de ook nog kokendhete deksels. Zo weet je zeker dat er geen bacteriën in de inmaak zitten.
Zet de afgesloten potje ondersteboven tot de gelei is afgekoeld. Zet de potjes overeind en controleer of ze vacuüm zijn: druk op de deksels en voel of ze ‘naar binnen getrokken zijn’. Als je een deksel in kunt drukken en die weer terug ‘plopt’ is de pot niet vacuüm. Potten met tomatengelei die vacuüm zijn kun je op een koele donkere plaats (voorraadkast, zolder) zeker 1 jaar bewaren. Een pot die niet vacuüm is bewaar je in de koelkast. Als een pot eenmaal geopend is bewaar je die ook in de koelkast. Gebruik (omdat er geen andere conserveringsmiddelen dan suiker in zit) altijd een schoon lepeltje wanneer je een schepje gelei wilt nemen. En maak eenmaal geopende potten binnen enkele weken op.
Moestuingroetjes,
Diana
p.s.: je kunt ook jam maken van onrijpe groene tomaten, dat is leuk wanneer in de herfst de planten het begeven en je nog onrijpe tomaten kunt oogsten. Misschien komende herfst daarover meer (met recept en informatie).
Lees ook: Tomaten dieven