Het is herfst in de moestuin en dat merk ik meteen als ik door de tuin loop. De grond is helemaal bezaaid met tamme kastanjes en ook bedekt met afgevallen bladeren, die ik gewoon lekker laat liggen. Mijn moestuin is te vinden in een bosrijk gebied waar meerder tamme kastanjebomen omheen staan.
Wat is het verschil tussen een wilde en een tamme kastanje? De wilde variant heeft een bolster die wat minder pikkerig is en die je zeker zonder handschoenen op kunt pakken en verzamelen. De kastanjes zijn helemaal rond en er zit er maar eentje in een bolster.
De tamme kastanje lijkt eigenlijk op een soort egeltje en heeft hele scherpe naalden aan de buitenkant van de bolster zitten. Mocht je deze kastanjes gaan rapen, trek dan hele dikke handschoenen aan, want de naalden krijg je lastig uit je vingers. Deze naalden hebben wel iets weg van splinters. In de bolster zitten meestal 3 kastanjes, die allemaal een soort druppelvorm hebben. De kastanjes zijn op dit moment ook heel veel te vinden in de bossen en ze zijn ook te koop in de supermarkten, waar ze te vinden zijn op de groenteafdeling.
Het grote verschil tussen deze twee kastanje soorten is dat je de tamme kastanjes kunt eten en wilde kastanjes niet. Wel moet je wat geduld hebben, want het pellen van de kastanjes kan net even wat meer tijd kosten.
Ik heb hieronder nog wat handige tips opgesomd, die je kunt gebruiken nadat je de kastanjes hebt geraapt:
Je kunt de tamme kastanjes op veel manieren bereiden en erna opeten. Je kunt de kastanjes bijvoorbeeld eerst koken en daarna tot puree maken of poffen in de pan of openhaard en erna verwerken als een Granola. Ik ben een echte fan van crème de marrons: dit smaakt een beetje naar marsepein. Niet iedereen houdt van deze smaak, maar ik ben er gek op. Hieronder vind je simpele instructies over het maken van crème de marrons, een echte Franse delicatesse.
Dit heb je nodig:
Bereiden: Snijd in de bovenkant van de kastanjes een kruisje. Laat de kastanjes in een ruime pan met water ongeveer 10 minuten koken. Hierna kun je ze afgieten en pellen. Het velletje gaat er het makkelijkst af als de kastanjes nog een beetje warm zijn. Doe ze daarna weer in een pan met water en kook ze nog eens 30 minuten tot ze zacht worden. Vergeet niet het tweede harige velletje ook te verwijderen, want dit smaakt heel erg bitter. Doe hierna de kastanjes in een ruime kom en pureer het geheel glad met de staafmixer. Hierna is het slim om nog 100 ml kookvocht toe te voegen, zodat de puree niet te droog blijft. Doe dit mengsel in een diepe pan met een anti-aanbaklaag. Doe de suiker en het merg van het vanillestokje erbij en laat het ongeveer 3 minuten koken. Voeg hierna de eetlepel hazelnootlikeur toe en giet het af in gesteriliseerde potten.
Groetjes,
Floor
Lees ook: Oktoberklussen in de moestuin