Ik vond (en vind) de geur en smaak van munt heerlijk! En dus wil ik mijn hele moestuinleven munt in mijn tuin (alleen al voor de thee). Munt is een winterharde vaste plant, dat moet het telen van munt toch heel gemakkelijk maken? Maar de teelt van munt heeft nog wel wat aandachtspunten.
Zelf zag ik munt voor het eerst in de tuin van onze buurman, heel veel jaren geleden. Hij had een plantje middenin zijn kruidentuintje gezet. Binnen een paar jaar groeide de munt niet alleen in het kruidentuintje maar bleek sterker dan de andere kruiden daar. En toen ze die eenmaal had overwoekerd kroop ze een ander stukje tuin in, vervolgens tussen en onder het tegelpad door, en veroverde ook daar weer een stukje grond. Tot ze zelfs onder de fundering van de kas kroop en in de kas verder groeide en kroop.
Het was duidelijk, munt kan behoorlijk woekeren. En daar had ik geen zin, dat leek me duidelijk.
Het leuke van munt is trouwens dat er verschillende soorten en rassen bestaan. Uiteraard geuren en smaken ze allemaal naar munt maar er zijn zeker verschillen: een kruidige muntsmaak, meer frisse muntsmaak, soms bijna fruitig, of juist meer eau de cologne-achtig, met grote blaadjes of juiste kleine blaadjes, in geelgroen, groen en soms zelfs met wat paarsbruin erin. Er is appelmunt, grapefruitmunt, citroenmunt, watermunt, akkermunt, chocolademunt, Zwitserse munt, Marokkaanse munt, gembermunt, ananasmunt, Spaanse munt, basilicummunt, etc., etc.. Mocht je munt in je tuin willen, ga dan vooral naar een tuincentrum of kweker die flink wat soorten/rassen verkoopt en ruik daar tot je de lekkerste hebt gevonden.
Ik heb er lang geleden al voor gekozen om munt in potten te telen, met het idee dat ze zo sterk is dat ze daarin heel makkelijk en met weinig omkijken in groeit. Maar ze blijkt toch niet zo makkelijk te zijn als ik dacht. In de afgelopen jaren ben ik door verschillende oorzaken al wat muntplanten verloren. Dat is niet zo heel erg want dan is er altijd de mogelijkheid om weer eens een ander soort of ras te proberen. En munt stekt heel makkelijk, dus van de lekkerste of meest bijzonder soorten is een stekje in de nazomer nemen en die in een kleine pot vorstvrij overwinteren ook een optie.
In ieder geval werd het me elk jaar wat meer duidelijk wat ze nou precies wil. Ik ben er bijvoorbeeld achter gekomen dat ze vrij ondiep wortelt. Ze kruipt ondiep wortelend door de grond. Dat betekent dat een brede pot meer opbrengst geeft en die pot hoeft niet heel diep te zijn. Het betekent ook dat ze daarvoor wat meer vorstgevoelig is dan ik vroeger dacht; ondiepe wortels in een pot bevriezen wat makkelijker dan wortels in de volle grond. En het betekent ook dat ze wat makkelijker uitdroogt en ook dat kan uiteindelijk fataal zijn (als ze bijvoorbeeld in een te kleine pot staat die te lang geen water krijgt).
Hier ben ik blij met mijn munt in een klein formaat speciekuip: die is groot genoeg voor veel oogst, de pot loopt niet taps toe en is niet heel diep. Als het vriest kan ik de pot tegen het huis aan schuiven (is net iets minder koud). En als het streng vriest kan ik er voor de nacht een vliesdoek over draperen. Eventueel leg ik wat stro op de plant/grond in de pot, als isolatie.
Ik heb niet alleen munt in de achtertuin maar ook in de volkstuin. En daar schuif ik de pot met munt in de herfst de kas in. Daar vriest het ook maar minder hard, en als de zon schijnt warmte de grond in de pot op. Dat zorgt er ook voor dat ik in de herfst nog wat langer munt kan oogsten dan van de planten die buiten staan. En in het voorjaar loopt die munt in pot in de kas ook weer wat sneller uit, ook weer door het opwarmen van de pot/grond/wortels, en kan ik er vaak in februari/maart al weer van beginnen te oogsten. Begin april schuif ik de pot weer naar buiten. Op de foto hieronder zie je een pot met munt in de kas in februari:
Dan nog even over de grond. Munt groeide/woekerde hier bijna optimaal in onze vette kleigrond: ze houdt dus van vocht en voeding. Voor de teelt in pot gebruiken we daarom potgrond die we wat luchtiger maken door er wat brekerzand door te mengen, en we mengen er ook wat vermiculiet door voor het vochtvasthoudend vermogen. De planten kunnen hier in blijven staan tot ze na een paar jaar gedeeld moet worden. Wanneer ze zo strak in de pot groeit dat ze vooral langs de randen groeit (en er soms zelf overheen groeit, op zoek naar grond buiten de pot) maakt ze in het midden van de pot minder blad; dan kun je haar beter uit de pot halen, in 3 of 4 stukken verdelen en 1 deel weer terug planten.
Voor een goede oogst van veel blad heeft ze uiteraard ook voeding nodig (en dan vooral wat extra stikstof), wij geven haar daarom in het voorjaar en middenin de zomer nogmaals wat moestuinvoeding. Als je zorgt voor het juiste formaat pot, goede grond en voeding kun je jaren van munt in een pot genieten.
Tot slot is er één beestje dat nog wel eens roet in het eten wil gooien: de muntkever. We hebben er zeker niet elk jaar last van hoor, het hangt ook een beetje af van het weer, hoeveel munt je hebt en welke soort(en) en waar ze staan, etc. Zet verschillende planten/rassen vooral niet dichtbij elkaar want dat ziet er leuk uit maar maakt overstappen van de ene naar de andere plant extra makkelijk).
De muntkever is een prachtig metallic blauw (of groen) kevertje dat een muntplant binnen enkele dagen kaal kan vreten. Zodra je ze ziet kun je ze maar beter vangen, voor ze eitjes legt (dus controleer ook de onderkant van de blaadjes regelmatig als je ze eenmaal ziet en verwijder ook de blaadjes waar je eitjes op ziet). Als de aantasting heel ernstig is kun je de hele plant tot enkele centimeters boven de grond afknippen. Binnen enkele weken lopen de planten dan weer fris uit en kun je weer gewoon verder oogsten.
Groetjes,
Diana
Lees ook: Zoete aardappelen