BLOG
Tropaeolum
9 aug. 2019

Tropaeolum–Oost-Indische kers

Dit is al jaren één van mijn meest favoriete eenjarige planten, zowel in de siertuin als in de moestuin. Ik heb in een blog al eens over het zaaien en verzorgen van Tropaeolum en wat andere eenjarige favorieten geschreven. Maar ze heeft zoveel leuke eigenschappen dat het misschien leuk is om die eens op een rijtje te zetten.

Over de naam

De naam Tropaeolum heeft ze van de beroemde plantkundige Linnaeus gekregen en komt van het Griekse woord voor trofee (tropaion). Hij vond de bladeren lijken op de schilden die de Grieken vroeger na een veldslag samen met de helmen mee naar huis namen en ophingen in een boom (als een trofee dus). Ik las op internet dat de helderrode bloemen hem ook nog deden denken aan het bloed dat nog op de helmen zat maar of dat klopt weet ik niet.

De Nederlandse naam Oost-Indische kers klopt niet, ze komt oorspronkelijk niet uit Indië maar uit Zuid-Amerikaanse landen als Bolivia, Colombia, Peru en Chili. Waarschijnlijk heeft ze die oorsprongsnaam gekregen omdat ze zo tropisch lijkt en vroeger dacht men al snel dat iets dan uit Indië kwam. Een beetje zoals de peper Capsicum chinensis die oorspronkelijk niet uit China komt maar ook uit Zuid-Amerika. Het woord ‘kers’ verwijst naar de pittige smaak van de plant die daarmee lijkt op waterkers, tuinkers, etc..

Tropaeolum heet in het Nederlands dus Oost-Indische kers, in het Engels heet ze Nasturtium (naar Nasturtium officinale – ook een pittige ‘kers’ namelijk waterkers). In het Duits heet ze Kapuzinerkresse (en dat zou dan verwijzen naar de bloemen die met wat fantasie lijken op de kap van een Kapucijner monnik). In het Frans heet ze Capucine en in het Spaans Capuchina (en ook dat zijn verwijzingen naar die Kapucijner monniken).

Over de 2 bekendste soorten

Er bestaan nog meer soorten Tropaeolum hoor, maar er zijn 2 eenjarige soorten Oost-Indische kers die je vaak in de moestuin tegenkomt:

Tropaeolum majus en Tropaeolum minus. Tropaeolum majus = Maxi = groot en rankend, tot wel 2 meter lang of hoog. Ze slingert net zo graag in een klimrek als dat ze over de grond kruipt. De meeste rassen die je kunt kopen behoren tot deze soort.

Tropaeolum minus (of nanum) = Mini/Klein en dus niet of amper rankend, deze soort (met wat minder keus in rassen) is dus geschikt voor wat kleinere ruimtes, op een balkon, in pot, etc..

Gezondheid

Zowel in de tuin als voor mensen is ze een gezonde plant.

De wortels en bladeren geven in de tuin een stof af die onder andere witte vlieg en slakken weert. Aan de andere kant lokt ze bladluizen en rupsen. Om die reden wordt ze in de moestuin nog wel eens naast bonen en koolplanten geteeld (zodat de luizen en rupsen naar de Oost-Indische kers gaan en van de bonen en kool afblijven).

Oost-Indische kers bevat relatief veel vitamine C, maar ook mangaan, ijzer, flavonoïden en bètacaroteen. Ze zou antibacteriële en ontstekingsremmende werking hebben. Je kunt een thee of aftreksel van de bladeren maken en daarmee de mond spoelen bij kiespijn, gorgelen of drinken (bij bijvoorbeeld keelpijn en verkoudheid). Maar je kunt zo’n aftreksel ook gebruiken om het op oppervlakkige snij- en schaafwondjes te deppen.

In de keuken

De bloemen van Oost-Indische kers hebben een licht pittig-peperig-poederige smaak, de blaadjes zijn wat peperiger van smaak, en de verse, groene, onrijpe groene zaden zijn het pittigst (en lekker knapperig, enigszins vergelijkbaar met een extra sterk radijsje).

Als de temperatuur stijgt wordt de smaak van Oost-Indische kers sterker: voor een mild-pittige smaak plant je Oost-Indische kers daarom bij voorkeur in de halfschaduw, voor een extra pittige smaak kies je een standplaats in de volle zon.

Je kunt de onrijpe witgroene zaden inmaken, als een soort alternatief voor kappertjes. Daarvoor leg je ze eerst 24 uur in een pekelbadje van 300 cc water en 15 gram zout, de dag erop giet je ze door een zeef en kun je ze samen met wat peperkorrels en een laurierblaadje in een schoon potje doen en zoveel (goede kwaliteit) azijn toevoegen dat de zaden onder het vocht staan. In de koelkast is dit enige maanden houdbaar.

Van de bloemen kun je een kleurrijke pittige azijn maken (het recept kun je op mijn website onder de inmaakrecepten vinden). De onrijpe witte zaden kun je bijvoorbeeld ook in een zelf gemaakte piccalilly gebruiken.

De bloemen zijn een mooie en lekkere garnering, op bijvoorbeeld een toastje met verse kruidenkaas. Of leg de bloemen in een vorm met water voor kleurige ijsblokjes. Of vul de bloemen met wat gorgonzola, rozijnen en gehakte walnoten. Je kunt bijvoorbeeld een ‘tuinpesto’ van de jonge bladeren met wat knoflook, pijnboompitten, olijfolie en Parmezaanse kaas maken. Je kunt voor een felgekleurde ‘confetti-kruidenboter’ de bloemen fijnhakken en mengen met knoflook en kruiden en roomboter. Zelfs de al rijpe zaden zijn nuttig en lekker; je kunt ze natuurlijk bewaren en volgend jaar weer zaaien, maar als je erg veel zaden hebt kun je ze ook na het rijpen en drogen nog even roosteren in een droge koekenpan en dan grof malen. Je kunt het dan gebruiken zoals je dat met zwarte peper zou doen.

Tot slot

Ik heb het zelf nog nooit gezien (er ook nog nooit op gelet) maar ik las dat je op hete zomeravondenvonkjes rond de Oost-Indische kers kunt zien omdat de planten zich na zo’n warme dan elektrisch ontladen.

Tropaeolum bloeit lang, heel lang zelfs. Die bloei begint rond eind juni (mede afhankelijk van de zaaiperiode en het weer) en gaat door tot ver in de herfst. In een zachte herfst hebben we wel gezien dat de planten zelfs eind november nog wat bloemen produceerden.

De planten zijn in de herfst/winter prima voor op de composthoop; het vele blad en de sappige stengels leveren een mooie compost op.

De bloemen van Oost-Indische kers bloeien op korte steeltjes, maar het zijn desondanks goede snijbloemen die lang mooi blijven in een (kleine) vaas.

De zaailingen en planten zijn niet vorstbestendig (om die reden zaai je ze pas in april voor en plant je ze vanaf begin tot half mei uit). De zaden zijn echter wel vorstbestendig en kiemen na een winter op de grond te hebben gelegen heel makkelijk. Om die reden zaai je Oost-Indische kers vaak maar één keer, en vervolgens kun je jaar na jaar van de planten/bloemen genieten omdat ze zich zo rijkelijk uitzaait.

Moestuingroetjes,

Diana

moestuin-cta

Tips
externalId=pokon-detail-news-1.2.1.1.1&filter[active]=1&filter[type]=Tips&filter[category]=/Moestuin
Pokon Powerplanten
Planten die appen, als ze verzorging nodig hebben
Producten
externalId=pokon-detail-news-1.2.4.1.2&filter[active]=1&filter[not brand.name]=plantago.nl&filter[category]=/Moestuin