Eigenlijk zijn doperwten en peulen hetzelfde, het zijn dezelfde planten die door veredelaars zijn gesplitst in rassen die vooral lekker zijn voor de malse platte peultjes, en rassen waarbij die peultjes minder mals zijn en waarbij je beter kunt wachten tot de zaden zich ontwikkelen. Want dat is wat doperwtjes eigenlijk zijn: eetbare groene zaden. Een leuke en vooral lekkere tussenvorm is de sugar snap. Je kunt deze dun en plat oogsten, ze hebben dan de typische smaak van peultjes. Maar je kunt ze ook laten hangen tot ze wat dikker zijn en er al kleine, nog platte erwtjes in de peul te zien is. Dat heeft onze voorkeur; de smaak wordt dan ineens veel zoeter, het peultje is knapperig en sappig en het mini-doperwtje van binnen is zacht en zoet.
Alle planten van doperwten, peulen en sugar snaps ranken. Soms hebben ze er in het jonge stadium wat hulp bij nodig maar na het begin, waarbij je planten soms even vast moet binden of moet leiden, zullen ze uiteindelijk met hun rankjes het gaas of hekwerk opzoeken en houden ze zichzelf vast en overeind. Als je zaden van peultjes of doperwten koopt, lees dan even goed de beschrijving op de verpakking, want er zijn rassen van zowel peulen als erwten en sugar snaps die variëren van 50 tot wel 200 centimeter hoogte. Uiteraard pas je het gaas of hekwerk aan op de hoogte van de planten. En let bij de koop van doperwtenzaden ook op de vorm: hoe gekreukter de zaden zijn, des te zoeter zullen de doperwten smaken (en hoe ronder de zaden, des te meer zetmeel en dus minder suiker zullen de erwten bevatten).
Bij het (voor)zaaien moet je oppassen voor vogels en muizen, want zij vinden de zetmeel-houdende zaden erg lekker. En dat geldt ook voor de jonge planten. Vanaf een hoogte van ongeveer 30 centimeter kun je voorzichtig de bescherming (in de vorm van een net, gaas of vliesdoek) weghalen. Zo kunnen de planten goed groeien en bloeien. Maar als de planten de hoogte van het hekwerk hebben bereikt is de kans groot dat de planten voor de tweede keer moeten worden beschermd, want vooral de jonge toppen worden door vogels lekker gevonden.
In juni mag dan uiteindelijk ook deze tweede bescherming weg, want dan kun je gaan oogsten. Doe dat vooral met 2 handen, want de peulen/erwten zitten verrassend goed vast aan de stelen van de planten. En oogst bij voorkeur op de dag dat je ze ook eet. Ik heb zelf wel eens ervaren dat door tijdgebrek doperwtjes 2 dagen na de oogst pas werden gedopt en gegeten: de heerlijk zoete smaak was verdwenen. Ze waren niet vies maar lang niet zo lekker meer als op de dag dat ik ze oogstte. Blijkbaar vindt er na de oogst een omzetting plaats van suikers in zetmelen en dat is helaas niet bevorderlijk voor de smaak. Sindsdien doppen we geoogste doperwten dezelfde dag, en als we ze niet eten vries ik ze rauw in, ook dan stopt die omzetting van suikers in zetmelen. Hetzelfde geldt voor sugar snaps. Alleen peultjes kun je wel enkele dagen na het oogsten bewaren zonder verlies van smaak (maar ook dan zijn ze natuurlijk het lekkerst als je ze dezelfde dag eet).
Zelf vinden we het ook heerlijk om wat erwtjes of sugar snaps rauw van de plant te oogsten en te eten, zo maar een paar, voor de heerlijk zoete smaak van de vroege zomer. Rauwe doperwten bevatten lectine dus eet er niet teveel (deze licht giftige stof wordt bij het koken onschadelijk gemaakt).
De oogstperiode is maar kort; na het zaaien in februari of maart, het uitplanten, opbinden, verzorgen en het beschermen tegen alle dieren die ze net zo lekker vinden als wij is de oogst na een week of 3 alweer voorbij. Mocht je je peultjes eens te dik hebben laten worden om nog te eten, dan kun je ze natuurlijk wel laten hangen om er de doperwten uit de oogsten.
Gooi de planten na de oogst niet weg: de planten slaan stikstof uit de lucht op in ‘stikstofbolletjes’ aan de wortels. Je kunt de planten na de oogst afknippen zodat die bolletjes in de grond voeding geven aan de soort(en) die je daarna zaait/plant, of gooi de hele plant inclusief de wortels met stikstofbolletjes op de composthoop.
Hoe jammer het ook is dat over enkele weken de oogst van deze groenten alweer voorbij is, het is tegelijkertijd ook heel leuk. Want je kunt nu dus al inschatten dat de grond waar de doperwten/peulen/sugar snaps staan binnenkort leeg komt. En dus is het een mooie tijd om te bedenken wat je op die plaats wilt gaan zetten en die soort(en) alvast te zaaien. Hier gaan we voor koolsoorten (zoals palmkool, spitskool, koolraap, koolrabi, savooikool, boerenkool en rodekool) maar je kunt ook denken aan sla, andijvie, rucola, snijbiet, bietjes, maïs, courgette, witlof, cichorei, etc.; er is na de oogst van vroege doperwtjes en peultjes nog heel veel te kiezen en te zaaien!
Moestuingroetjes,
Diana
Lees ook: Aardbeien telen in potten