Slakken zijn vaak ongenode gasten in de tuin. Deze natte, slijmerige insluipers hebben de reputatie jouw tuin in korte tijd in een kaalgevreten vlakte te veranderen. Is deze reputatie eigenlijk wel terecht? Tijd dus om duidelijkheid te scheppen in welke slakkensoorten de meeste onrust stoken. Zo geniet jij met een gerust hart van je (moes)tuin.
De herfst is een vochtig jaargetijde. De vochtige grond trekt een van de vijanden van jouw groen aan: slakken. Wij zullen direct maar verklappen dat deze vijandigheid maar half terecht is. Er zijn slakken die geen genoeg kunnen krijgen van jouw hosta of sla. Er zijn daarnaast ook genoeg soorten die geen kwaad doen of die juist bijzonder behulpzaam zijn. Wij stellen de hoofdrolspelers graag aan je voor:
Met een naam als deze maak je niet direct veel indruk. Deze trage kruiper is erg op zichzelf. Met zijn gele, bruine of soms zelf roze huisje is hij een slak die je niet onbekend zal voorkomen. Deze soort doet zich graag tegoed aan dood blad, brandnetels en zwammen. Kortom, deze behulpzame kruiper ruimt graag op. Soms lust hij ook een hapje fruit. Gelukkig behelpt hij zich meestal met fruit dat op de grond gevallen is.
Gewone tuinslak
Waarschijnlijk heb je nooit veel aandacht besteed aan het ietwat onaantrekkelijke uiterlijk van de naaktslak, maar er zijn in Nederland twee verschillende soorten te onderscheiden:
Naaktslakken zijn gek op levend groen en kunnen een plant volledig kaalvreten. Voor deze slakkensoort moet je dus op je hoede zijn. Ze kunnen namelijk per dag wel de helft van hun lichaamsgewicht aan blad eten. Jouw courgetteplant, sla of pompoen is niets meer dan een smakelijk maaltje voor de naaktslak.
Naaktslak
Net als zijn collega, de gewone tuinslak, is de barnsteekslak gek op dode plantenresten en helpt hij je hier graag vanaf. Hij huist vaak in vochtige omgevingen, zoals in de buurt van vijvers of sloten. Hier neemt hij zelfs weleens een duik. Zie je hem bij je (water)planten, dan hoef je je dus geen zorgen te maken.
Gewone Barnsteenslak
Met een opvallend patroon op zijn slakkenhuis trekt de segrijnslak met zijn huisje de aandacht. In het voorjaar gedraagt dit weekdier zich beleefd, door enkel dode plantendelen te eten, maar wanneer nieuw groen de intrede doet doen ze zich hier het liefst aan tegoed. Deze slak zit het liefst in dicht begroeide, vochtige gebieden. Hier wacht hij tot de nacht valt, om zich vervolgens vol te eten aan jouw planten.
Segrijnslak
Met een naam als deze, zal het je niet verbazen dat de poelslak jouw vijver als huis kiest. Als huis? Jazeker, deze slak leeft het liefst in stilstaand water, waar hij dode plantenresten opruimt en af en toe een hapje alg meepakt. Hij helpt dus graag een handje om het waterleven in jouw tuin op orde te houden.
Poelslak
Wil jij graag op zoek naar slakken in je tuin om te zien of jij een van de minder fijne gasten op bezoek hebt? Slakken verschuilen zich graag op de volgende plekken:
In de maand april zul je ook veel parende slakken vinden tijdens je speurtocht. Verplaats deze stelletjes naar een plek ver van je tuin. Hiermee verwijder je niet alleen twee slakken uit je tuin, maar voorkom je ook dat er eitjes in je tuin gelegd worden. Sommige soorten, zoals de segrijnslak, kunnen tot wel 500 eitjes leggen. Dit gebeurt vaak drie tot vier centimeter diep in de grond. Het omwoelen of vervangen van deze grond verstoort de al gelegde eitjes.
Nadat je een van deze trage weekdieren gevonden hebt wil je het liefst dat de minder fijne soorten je tuin zo snel mogelijk verlaten. Volg onze tips voor een slakkenvrije tuin. Blijven de slakken gaten knagen in jouw groen? Met Pokon Bio Tegen Slakken Korrels ben je snel af van deze kleine kruipers.
Wil je meer insecten bestrijden of wil je meer weten over onkruid verwijderen? Met onze probleemherkenner bepaal je snel welke oplossing bij jouw probleem past.