Wil jij ook genieten van je eigen geteelde asperges? Dan kun je maar beter zo snel mogelijk beginnen met telen, want het duurt gemiddeld drie jaar (!) voordat het zaadje zich ontpopt tot een volwaardige asperge.
Het telen van asperges vergt dus veel geduld en een lange voorbereiding. De zaadjes kun je het beste in het voorjaar (begin maart) binnen zaaien. Aspergezaadjes zijn ongeveer drie mm groot, wat het zaaien vrij makkelijk maakt. Vul een zaaibakje met tien cm Pokon potgrond en zorg voor een paar centimeter tussenruimte, zodat de plantjes goed kunnen groeien.
Na een week of twee is er al kieming en na een +/- vier weken, zijn de plantjes zo’n 20 cm lang en klaar om naar buiten verplaatst te worden. Je aspergeplantjes plant je op een klein stukje grond buiten.
De aspergeplant groeit in de zomer en sterft in de winter af. Om uiteindelijk te genieten van je zelfgekweekte asperges, moeten de wortels van de aspergeplant zich eerst voldoende ontwikkelen. Dit proces duurt ongeveer twee jaar.
Gedurende twee jaar laat je je aspergeplanten dus op dat stukje grond staan. Gedurende twee herfsten en winters, trekken de aspergeplanten zich terug in de grond en in de lente lopen ze weer uit.
Na ongeveer twee jaar zijn de wortels sterk genoeg en kun je het bed in orde maken waar de asperges uiteindelijk zullen groeien. Zo ga je te werk:
Door de berg aan de bovenkant iets af te platten, zie je op den duur de eerste stengels doorkomen. In het derde jaar kun je dus beginnen met je asperges oogsten in de maanden april, mei en juni. De jonge planten krijgen vervolgens tijd om van de oogst te herstellen en loof te maken, waarmee ze voeding op kunnen nemen voor herstel en het volgende jaar.
Heb jij al wel eens asperges geteeld?