Het aanleggen van een sproeisysteem in je tuin kost wat tijd, maar het bespaart veel moeite zodra het eenmaal werkt! Je hoeft dan niet meer zelf met de tuinslang aan de gang om je planten water te geven. Zet eenvoudigweg het sproeisysteem aan, en de rest gaat vanzelf. Je kunt zelfs een timer instellen, zodat je er op droge dagen helemaal geen omkijken naar hebt. Met deze handige tips kun je een effectief sproeisysteem ontwerpen en aanleggen in je tuin.
Maak een plattegrond
Om te bepalen wat je precies nodig hebt voor het aanleggen van het sproeisysteem, is het slim om eerst een tekening te maken. Teken je tuin op schaal uit, bijvoorbeeld 1 op 100. Elke centimeter in de tekening staat dan gelijk aan één meter in het echt.
Neem je huis, schutting, paden, borders, vijvers en andere belangrijke elementen in je tuin op in de tekening. Zet ook aanduidingen waar het gazon, planten en hagen zijn. Als je dit overzicht hebt, kun je verder gaan met het intekenen van het sproeisysteem.
Plan je sproeisysteem
Er zijn verschillende soorten sproeiers beschikbaar, die elk een ander bereik hebben. Volg deze stappen:
Begin met het tekenen van turbinesproeiers. Die hebben een groter bereik. Plaats ze aan de kant van het huis of naast het terras. Stel ze zo in dat ze niet tegen het huis sproeien. Als dat niet kan, zet de sproeier dan ver genoeg van het huis af, zodat het water niet tegen de gevel komt.
Teken met een passer de sproeistraal uit om een idee te krijgen van het bereik, rekening houdend met de schaal. Houd tussen de sproeiers een afstand die gelijk is aan de sproeistraal.
Teken vervolgens de vernevelaars en druppelslangen in. Deze zijn handig voor moeilijk bereikbare plekken. Bijvoorbeeld tussen een border.
Nadat je hebt besloten waar de sproeiers moeten komen, kijk je waar je de wateraanvoer plaatst. Is er bijvoorbeeld al een bestaande buitenkraan aanwezig waaraan je het systeem kunt koppelen, of is het nodig om een nieuwe aansluiting te maken? Het is het beste om een aansluiting dicht bij de watermeter te hebben.
Verschillende zones
Om het water goed te verdelen en te bepalen hoeveel aparte leidingen je nodig hebt, kun je werken met sproeizones. Bijvoorbeeld, je kunt per leiding 2 sproeiers aansluiten. Als het er meer zijn, kan de druk te laag worden.
Tip: wanneer je jouw plan klaar hebt is het handig om deze eerst te controleren door bijvoorbeeld een tuinspecialist of het merk waar je een sproeisysteem van wilt kopen.
Bodembedekkers
Naast een sproeisysteem kan een decoratieve bodembedekker handig zijn tegen uitdroging, zoals de Pokon Waterproof Bodembedekker. Die neemt water snel op en houdt het vast, wat verdamping tegengaat en zo het water langer beschikbaar houdt voor je planten.
