Na het zaaien in de moestuin is het belangrijk om de zaden goed vochtig te houden, zonder ze te verstoren. Gebruik hiervoor bij voorkeur een plantenspuit of een soft sprayer in plaats van een gieter met een harde straal. De fijne nevel van een plantenspuit zorgt ervoor dat het water gelijkmatig verdeeld wordt over de zaaigrond, zonder dat de zaden wegspoelen of te diep in de grond belanden. Als zaden te diep terechtkomen, is de kans groot dat ze niet of slecht ontkiemen en dan is al het werk voor niets geweest.
Zaailingen hebben een constant vochtige, maar beslist niet kletsnatte, omgeving nodig.
Voorkom dat de grond te nat blijft, want dan kunnen de zaden gaan schimmelen, een groene waas ontstaan of de zaden kunnen gaan rotten. Zorg er daarom voor dat je zaai- of stekbakjes drainagegaatjes hebben, zodat overtollig water weg kan.
Zodra de eerste zaailingen verschijnen, kun je ook kiezen voor onderlangs water geven. Zet de zaaitray of potjes even in een bakje met water, zodat de grond het water van onderaf opzuigt. Dit stimuleert de wortelgroei naar beneden en voorkomt schimmels op het oppervlak en minder rouwvliegjes. Maar dit doe je echt pas als je zaailing al wat groter is gegroeid.
Geschreven door Floor Korte van Floors Moestuin | Fotografie: Hanke Arkenbout
Zaailingen hebben een constante vochtige omgeving nodig, maar ze mogen niet kletsnat staan. Te veel water kan de wortels verstikken en schimmel veroorzaken. Het is belangrijk om de grond licht vochtig te houden zonder dat er plassen ontstaan.
Direct na het zaaien is het belangrijk om de grond goed vochtig te maken. Daarna moet je regelmatig controleren of de bovenlaag van de grond nog vochtig is. Bij droogte geef je weer water, maar zorg ervoor dat de grond niet uitdroogt.
Een zaailing heeft maar een klein beetje water nodig, vooral in het begin. Het is beter om vaker kleine beetjes water te geven dan in één keer veel. Dit helpt om de grond gelijkmatig vochtig te houden zonder dat de zaailingen verdrinken.
Gele bladeren bij zaailingen kunnen verschillende oorzaken hebben. Het kan komen door te veel of te weinig water, onvoldoende licht, of een gebrek aan voedingsstoffen. Controleer of de grond niet te nat of te droog is, zorg voor voldoende licht en geef eventueel wat extra voeding als de zaailingen al wat groter zijn.